Snel trek ik de deur achter me dicht en vol goede moed stap ik de kou in. Het leek zo zonnig vanachter de ramen van mijn nieuwe loft. Maar ja, het is pas begin maart en het begint donker te worden dus wat verwacht je in dit koude kikkerland. Het zou zomaar kunnen zijn dat ik me te koud gekleed heb voor de tijd van het jaar. Fashion beats comfort is mijn stijlregel. Vanavond heb ik date 2 van de week. En het is nog maar woensdag. Was date nummer 1 het wel waard om een volwaardige date te noemen? Waarschijnlijk niet. De beste man had weinig gespreksstof. Ten einde raad, vroeg ik hem op een gegeven moment wat ie gegeten had die avond.
“Rijst” zei hij.
“Lekker zeg. Heb je kale rijst gegeten of zat er ook nog iets bij?”. Ik probeerde mijn lach in te houden.
“Saus”.
Geloof me, er waren al de nodige normale vragen gepasseerd voor ik bij deze diepzinnige vraag terecht kwam. Op dat moment, amper 30 minuten op de klok, kon ik niets anders meer doen dan schateren van het lachen. Aan zijn gezicht te zien vond hij het niet grappig. Maar ik kon het gewoon niet meer verbergen.
“Saus!” bulder ik het uit.
Niet lang nadat ik in lachen was uitgebarsten vroeg hij zwaar beledigd de rekening en is hij zonder me aan te kijken vertrokken. Waarop ik bestie Lara belde en we er nog een fles wijn op gedronken hebben.
Glimlachend loop ik de Grote Markt op. Vanavond ontmoet ik Wouter van Tinder. We zijn al tijden een match maar eigenlijk pas 2 dagen aan het kletsen. Hij is chefkok, een echte fijnproever. Dus vandaag heb ik extra mijn best gedaan om er leuk uit te zien. We gaan naar een hippe wijnbar en ik wil indruk maken. Daar flaneer ik dan op mijn onmogelijk hoge Louboutin stiletto’s over de mooie historische keitjes van de stad. Ik draag een zwart jurkje van Chanel die ik van mijn eindejaarsuitkering heb gekocht. Elegant met accenten op de juiste plekken, mijn door ontelbare squats rondgevormde billen en decolleté. Ik ben door moeder natuur gezegend met een volle cup C. Mijn blonde krullen draag ik losjes over mijn schouder en de lipjes zijn rood gestift.
Ik zie hem staan. Schouders naar achteren, tieten naar voren, gezicht in de plooi; Beyonce game strong!
“Oehlala, wow nog knapper dan op de foto!” Hij geeft me drie zoenen op de wang. De laatste zoen eindigt wel heel dicht bij mijn mond.
“Jij lijkt er anders echt niet op.” Grap ik. Maar dat doet ie wel. En hij is knap. Channing Tatum niveau knap. Ik word slap in mn knieen en dat kan ik niet gebruiken met deze stappers. Waarom zijn schoenontwerpers vrouwenhaters vraag ik me af. Denk aan iets anders spreek ik mezelf streng toe. IJsland, kikkererwten, steunkousen. De niet sexy dingen in het leven zeg maar. Het werkt.
We lopen naar Viqh. Bij de deur wacht ik niet af of ie galant doet maar trek ik deur open en ga hem voor de wijnbar binnen. I don’t need a man. Ik spot meteen een goed plekje om te gaan zitten en stap er kordaat op af. Een bankje aan een van de zijmuren maar niet weggestopt in een hoekje.
Fijn om niet ergens middenin de spotlights te zitten tijdens een avond wat overduidelijk een eerste date is. Gelukkig is het verder rustig dus hebben we niet al te veel bekijks. Ik doe langzaam mijn jas uit zodat hij tijd genoeg heeft om het gehele plaatje te aanschouwen. Als ik straks zit, zie je natuurlijk maar de helft van de outfit. Ik zie hem gluren. Gelukt!
Hij pakt de wijnkaart terwijl hij nog staat en bestudeert hem aandachtig. Ik schuif in het hoekje van de bank. Hij komt naast me zitten en kijkt me net iets te lang aan. “Wat zie jij er…” Hij heeft geen tijd om zijn zin af te maken want de ober staat naast onze tafel. Snel schakelt hij over.
“Twee glazen Corona del Castilla Prestigio alsjeblieft”.
Misschien zag hij aan mijn gezicht dat ik mijn bedenkingen heb want hij vraagt geschrokken: “Je drinkt wel rode wijn toch?”. “Ja zeker” – antwoord ik. “Oh gelukkig, geen zoete-witte-wijn-met-ijs-meisje! Dit ga je echt heel lekker vinden. Ik ben voor mijn werk naar verschillende wijnhuizen geweest op de wereld om wijnen te kiezen voor bij onze gerechten. Deze Tempranillo is echt goddelijk. Maar niet half zo goddelijk als jij vanavond”. Een knipoog komt mijn kant op.
Gadver, best fout wel, zo’n opmerking en toch tintelt mijn lichaam van opwinding.
Twee flessen wijn in 2,5 uur verder zijn we nog steeds aan het kletsen, lachen en worden er heel wat dubbelzinnige blikken uitgewisseld. Ik ben er vrij zeker van dat het kanten slipje dat ik draag niet helemaal droog is gebleven.
Ineens wordt het licht feller en staat de ober weer naast onze tafel. “Sorry dat ik jullie pret bederf maar wij gaan over een kwartier sluiten.” Hij legt de rekening op tafel. Als een olifant in een porseleinkast.
Voor ik het weet heeft Wouter zijn creditcard al te pakken en is de rekening verdwenen. Ik ben sprakeloos, voor de zoveelste keer vanavond, en besluit maar niet te beginnen over geëmancipeerde zaken als rekening splitten. We lopen langs de ober naar buiten. “Fijne avond!”.
Hij glimlacht en zegt verder niks. Ook hij snapt dat de avond voor ons nog niet voorbij is.